link: God Save the Queen | Centraal Museum Utrecht

De tentoonstelling God Save the Queen gaat over de periode 1977-1984, toen jongeren ten tijde van hoge werkloosheid, woningnood en dreiging van de bom uit een uitzichtloze situatie braken. Ze namen het heft in eigen hand, want van de overheid hadden ze niets te verwachten. Ze kraakten de slooppanden van de steden en begonnen daarbinnen nieuwe bedrijfjes. Doe-het-zelf was het motto. Ook de muziek en de kunst werden door de jonge generatie flink opgefrist: de punk verjoeg de gekunstelde symfonische rock van de jaren zeventig, en de kunstenaars maakten hun doeken en broeken weer vuil met verf.

Nederland staat centraal in de tentoonstelling, maar wat hier gebeurde kan niet los gezien worden van het buitenland. Kenmerkend was namelijk de gretige nieuwsgierigheid naar wat zich in de omringende landen en de VS afspeelde. De Duitse wilde schilderkunst was een van de inspiratiebronnen, een andere was de graffiti die uit New York kwam overwaaien. In de tentoonstelling worden werken getoond van Walter Dahn, Georg Dokoupil en de Amerikanen Keith Haring, Rammellzee en Jean-Michel Basquiat. René Daniëls, Hewald Jongenelis, Rob Scholte en Roland Sips vormden samen een Spray Armee, in een poging een Nederlands antwoord te geven op de Amerikaanse graffiti.